vrijdag 12 mei 2023

Feestje

 Gisteravond had ik een afscheidsfeestje. Een collega heeft een andere baan gevonden en zal de reclassering verlaten. Ik zit inmiddels anderhalf jaar thuis, maar probeer toch zoveel mogelijk contact te houden met het team en zeker dit soort sociale evenementen te bezoeken. Ook al weet ik dat ik de dagen daarna meer pijn zal hebben en de tijd nodig heb om te herstellen. Dat heb ik er graag voor over.

Wat ik me niet realiseerde is dat de impact van dit soort gelegenheden veel meer met me doet dan ik dacht. De dagen voor het feest was ik prikkelbaar met een kort lontje en heel erg moe. Geen idee waar dat vandaan kwam. Ik kon niet benoemen waardoor ik me zo voelde, maar dat er iets niet goed zat afgelopen week was wel duidelijk. 

Het feestje zelf was een eigenlijk als vanouds. Gezellig met collega's praten over van alles en nog wat. Natuurlijk heb ik het einde van het feest niet meegemaakt en was ik al weer thuis terwijl de rest nog lekker aan het feesten was. Toen ik vertrok zat er buiten nog een groepje collega's te roken. Naast de vragen over hoe het met me gaat en de opmerking dat het fijn was dat ik er toch even was, werd me ineens duidelijk waarom ik me de afgelopen week zo rot heb gevoeld. 

Ik ben bij het groepje collega's gaan zitten en heb daar eerst, op de voor mij zo bekende wijze, met flauwe grapjes de boel gecamoufleerd. Er werden herinneringen opgehaald aan onze begintijd bij Tactus. En toen beseft ik eigenlijk dat ik ook afscheid aan het nemen ben. Er is in juni nog een feestje. En in december van dit jaar stopt het voor mij, zoals het er nu uit ziet. Daarmee zal een belangrijk deel van mijn leven worden afgesloten. 

Iedereen heeft wel slechte herinneringen of ervaringen. Die draag je met je mee en soms komen die ter sprake. Wat ik gisteren merkte is dat ook de leuke herinneringen en anekdotes pijn doen. Het schuurt, want ik weet dat er geen nieuwe bij komen. Mijn wereld is behoorlijk gekrompen en dat zal nog wel even doorzetten. Waarschijnlijk is werk voor mij een afgesloten hoofdstuk. 

Ik wil op termijn graag weer wat oppakken, maar zoals een reguliere baan zal het nooit meer zijn. Dus ook het intensieve contact met collega's komt niet meer terug. Dat merkte ik gisteren al. De gesprekken over het werk worden toch anders als je er niet meer direct bij betrokken bent. Dit raakt me meer dan ik in eerste instantie wil toegeven. Het voelt alsof ik iets verloren ben voordat het werkelijk verdwenen is. In december komt daar pas definitief duidelijkheid in en daar kan ik nu al tegen opzien. 

Van de andere kant, feestjes kunnen wel heel gezellig zijn.

dinsdag 2 mei 2023

Ik ben er nog

Vanmorgen kreeg ik een bericht dat ik vandaag 18 jaar in dienst ben bij Tactus. En dat op de dag van de arbeid. En dat werk heb ik altijd met veel plezier gedaan. Nou ja, altijd is natuurlijk niet helemaal waar, maar over het algemeen was ik erg blij met mijn werk. 

Inmiddels ben ik bijna anderhalf jaar thuis. Mijn wereldje is een stuk kleiner geworden. Door de lichamelijke beperkingen kom ik een stuk minder buiten en is de actieradius behoorlijk beperkt. En daar waar ik op mijn werk ongeveer 90 procent van mijn tijd in gesprek was met mensen, is dit nu volledig weg gevallen. Natuurlijk was ik maar een klein onderdeel van een groter team. Toch voelde ik me binnen dit team gewaardeerd. De interactie met collega's, organisaties en cliënten gaf me een goed gevoel. Het werken onder tijdsdruk, het oplossen van een crisis, het meedenken en meewerken met anderen heb ik altijd leuk gevonden. Op die manier heb je het gevoel dat je er toe doet. Dat je een klein verschil kunt maken voor en met anderen. Met veel verschillende mensen op verschillende locaties. Ik had de vrijheid om mijn eigen agenda te bepalen.

Op dit moment bepaalt mijn lichaam echter mijn agenda. Dat lijf van mij heeft een hoop rust nodig. Ook mijn geest verlangt af en toe naar rust. Ook het gevoel er toe te doen blijft belangrijk, maar is eigenlijk verdwenen. Dat zorgt soms voor frustratie en met regelmaat voel ik me onbegrepen. 

Ik snap best dat het lastig is om iemand echt te begrijpen. Ik kan jullie een inkijkje in mijn brein geven, maar niet meer dan dat. De vraag is of anderen ooit echt beseffen wat je doormaakt. Daarbij is het lastig om te begrijpen wat er met iemand aan de hand is, wanneer je aan de buitenkant een ogenschijnlijk gezonde man ziet. Juist dat zorgt voor heel vervelende situaties.

Een tijdje geleden werd mij gevraagd wat voor werk ik doe. Ik heb natuurlijk verteld dat ik als reclasseringswerker werkte, maar nu al bijna anderhalf jaar thuis zit. De letterlijke reactie van deze persoon was "dat lijkt mij ook wel wat, heerlijk hele dagen thuis". Ik weet niet wat er in het hoofd van deze persoon omgaat, of hoe deze dat voor zich ziet. Waarschijnlijk wordt er gedacht dat ziek thuis zijn een soort vakantie is. In mijn geval is het niet zo dat ik de hele dag in trainingspak, Netflix aan het kijken ben. Ik heb ook Videoland en Prime, maar dat terzijde. Voor mij is het een dagelijks gevecht. Ik wil heel graag werken, maar ik kan het niet meer. Dit soort vooroordelen komen helaas vaak voor. Ik hoor regelmatig opmerkingen wanneer ik mijn auto op een invalide parkeerplaats zet. Want hoe kan een veertiger in een luxe auto gehandicapt zijn? Inmiddels leg ik het niet meer uit, maar wordt ik boos. Mensen oordelen, terwijl ze geen idee van de werkelijke situatie hebben. 

Helaas werkt dat ook door in mijn hoofd. Ik voel me steeds minder waard. Voor mijn gevoel sta ik buitenspel en heb ik weinig waarde in de maatschappij. Ik ben deels rolstoelafhankelijk. Door de operaties aan mijn nek is het echter heel moeilijk geworden om de rolstoel te gebruiken. Het zorgt voor extra klachten. Dus ben ik gedwongen meer te lopen. Ik krijg dan soms de opmerking dat het zo fijn me voor me is dat het beter gaat. Geen vraag, maar een constatering. En als ik dit dan probeer uit te leggen, krijg ik het gevoel niet gehoord te worden. Mensen kunnen het zich moeilijk voorstellen. Andersom werkt het ook zo. Als ik ergens loop, hoop ik inmiddels geen bekenden meer tegen te komen omdat ik dan weer het verhaal moet uitleggen. En daarbij de angst dat ik niet geloofd wordt. Ik ben onzeker en voel me vaak niet serieus genomen. 

Ik ben mezelf opnieuw aan het uitvinden. Er is veel veranderd en dat zal niet gaan stoppen. Maar ik ben er nog. Ik ga dus ook door. Ik wil me graag weer onderdeel van de maatschappij voelen. Waardevol zijn voor mezelf en voor anderen. Maar ook anderen een inkijkje geven in een hoofd met PTSS. Daarom ben ik begonnen aan een boek hierover. Schrijven vergt helaas veel van mijn lichaam, dus snel zal het niet gaan. Doel is om voor het einde van het jaar de ruwe versie klaar te hebben. Ik hoop dat ik uiteindelijk daarmee bewustwording en een stuk herkenning kan creëren. 

Want ik ben er nog.