woensdag 29 februari 2012

Vrouwe Justitia, Blind of een beetje kortzichtig?

Voor mijn werk kom ik in veel justitiele instellingen. Ik werk voor de reclassering en dat binnen de verslavingszorg. Ik bemoei me met draaideur criminelen die naast veelvuldig delictgedrag ook nog verslaafd zijn. De sport is om deze clienten weer goed op weg te krijgen na of al tijdens een periode van detentie.



Nu kom ik voor mijn werk veel in verschillende gevangenissen. En hier maak ik als gehandicapte de meest vreemde zaken mee. Hieronder zal ik een kort overzicht geven van verschillende gevangenissen en andere justitiele instellingen in Nederland, waar ik mijn rollende reclasseringswerk uitvoer.

Het begint eigenlijk al voordat ik in een rolstoel zat. Ik liep al langere tijd met 1 kruk. Ik wilde een van mijn clienten spreken in de Karelskamp (gevangenis) in Almelo. Normaliter laat je je identiteitspapieren zien en in mijn geval een reclasseringspas. Daarna mag je door een set detectiepoortjes lopen en moet je "piepvrij" naar binnen. De afstellingen van deze poortjes wisselen per gevangenis en in Almelo reageert het kreng zelfs op de vullingen in je kiezen. Moet je nagaan wat zo'n apparaat met een kruk doet. Maar goed, met afzakkende broek en op sokken (schoenen en riem moeten door de scan) schuif ik mijn kruk vooruit. Dit zodat ik daarna zelf door het poortje kan schuifelen. Niet naar de zin van de poortier. De kruk geeft een signaal en moet door de scan. Dit wil natuurlijk niet, scan te kort kruk te lang. Inmiddels sta ik aan de andere kant mijn broek op te houden. En toen spraken ze de daar legendarische woorden "Meneer, heeft u de kruk echt nodig, of kunt u ook zonder?" In mijn hoofd schoten de meest sarcastische reactie door elkaar, maar ik heb netjes geantwoord dat ik zonder kruk niet ver zo komen. Of de kruk dan uit elkaar kon? Waarschijnlijk denken ze daar dat ik per keer een kilo cocaine mee naar binnen smokkel of dat het ding om te bouwen is naar een volautomatisch machinepistool, maar de kruk moest uit elkaar. En toen was ik pas net binnen. Daarna ga je door naar de bezoekleider, die je gegevens nogmaals controleert en vraagt of de kruk niet buiten kan blijven. Nee dus...

Inmiddels zit ik in een rolstoel en worden de problemen nog leuker. Zo kwam ik regelmatig in Warnsveld. Hier zit een forensische psychiatrische afdeling (ook een justitie onderdeel), waar ik clienten had zitten. Er waren natuurlijk invalide parkeerplaatsen, maar deze werden systematisch bezet door de behandelaar en een arts van de kliniek. In mijn vorige stuk kun je lezen hoe ik daar over denk. Verder doorzeuren hierover heeft volgens mij geen zin.

Maar met een rolstoel een gevangenis betreden is en blijft een opgave. In Hoogeveen (P.I. de Grittenborgh) gaat dit overigens prima. Er werd wel eens extra gecontroleerd, maar inmiddels heb ik een toegeangspas en kennen de poortiers me. Binnenkomen gaat nu net als bij het reguliere personeel en dat lijkt me voor iemand die zijn vak binnen een gevangenis probeert uit te oefenen een logische zaak.

In de gevangenis in Vught en ook een justitiele inrichting in Rotterdam, is de verwarring groot wanneer de rollende reclasseerder binnen komt. Er wordt direct overlegd en de vraag is altijd of ik uit de stoel kan komen om "piepvrij" door de poortjes te gaan. In het begin ging ik hierin mee. Nu niet meer. Er zijn handscans en hiermee kunnen ze mijn persoon controleren. Ook de gewone fouillering is een gebruikt middel. Nu verdragen mijn benen nauwelijks aanraking en is het geheel nogal een genante vertoning, waar de poortiers zelf ook nauwelijks raad mee weten, maar veiligheid voor alles.

Zo niet in de gevangenis is Zwolle. Deze gevangenis heeft 2 kanten. Een van mijn collega's aldaar werkt voornamelijk aan de zijde waar de dames gedetineerd zitten. Als ik daar voor een afspraak terecht moet, is mijn stoel (en in het verleden ook de stok) geen enkel probleem. Hij neemt de verantwoordelijkheid en ik kan gewoon naar binnen. Maar dan de kant waar de heren zitten opgesloten. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt met het hoofd beveiliging en duurt het nog maar anderhalf uur voordat ik binnen ben. Fouilleren (met handschoenen aan), betasten, onderzoeken en scannen met een handscanner, ik ontkom er niet aan. En mijn collega staat er dan bij met het schaamrood op de kaken. Ik laat het maar gebeuren, want ik heb het daar al erger mee gemaakt. De eerste keer dat ik in rolstoel verscheen, werd me gevraagd uit mijn stoel te komen. De vraag waarom werd niet beantwoord. De bedoeling was dat ik zou overstappen in een duwstoel van de P.I. Dat is hetzelfde als de poortier vragen zijn schoenen te verwisselen voor een paar naaldhakken, maar dat vinden ze daar niet grappig. Ik heb toen beleefd geweigerd en aangegeven terug te gaan naar kantoor om een klacht op te stellen. Mijn collega van de gevangenis was inmiddels ook gearriveerd en probeerde te bemiddelen. Uiteindelijk mocht ik in mijn eigen stoel naar binnen. Wel op eigen risico en er zou nog wel over nagesproken worden. Ik wacht nog steeds.

Ik weet niet wat de redenen zijn van gevangenis personeel om zo achterdochtig te doen. Ik begrijp dat in het oogpunt van veiligheid een hoop controle nodig is. Maar ik ben nou eenmaal afhankelijk van deze stoel. Daarnaast ben ik voor de rechtbank beedigd en vraag ik me af of er werkelijk zoveel gesmokkeld wordt door reclasseringswerkers. Of zou het zo zijn dat de poortiers tot een van de groepen behoort die ik in een eerder stuk heb beschreven? Zouden ze gewoon bang zijn voor gehandicapten?

De grap is dat eenmaal binnen het probleem verdwenen is. Ik ben nog geen personeelslid of client tegengekomen die vragen stelde over mijn rolstoelgebruik. Het enige probleem dat er dan bestaat, is het feit dat er in al de eerder genoemde gebouwen geen invalide toilet te vinden is.

Groet
Martijn

donderdag 23 februari 2012

Parkeren

Ok, toegegeven, ik was voor mijn rolstoelgebruik ook absoluut niet bezig met het lot de gehandicapte medemens. Ik moet zeggen dat ik niet tot de categorie behoor (die ik in een eerder stuk beschreef), die bang is voor mensen met een handicap, maar erbij stilstaan heb ik nooit gedaan. Logisch ook. Wat je niet kent, zal je ook niet raken. Nu is natuurlijk alles anders. Inmiddels heb ik door waar de meeste rolstoelers mee te maken krijgen en probeer ook ik anderen bewust te maken van deze zaken. Meestal overigens zonder succes. Blijkbaar is het moeilijk om je in anderen te verplaatsen. Dit lijkt alleen maar moeilijker te worden hoe verder het van je af staat.

Nu merk ik in mijn omgeving een duidelijke verandering. Mensen houden veel rekening met mijn beperking. Zo trouwde mijn zusje en de hele dag was zo georganiseerd, dat ik niet een keer mijn stoel uit hoefde. Hier zijn ze lang mee bezig geweest, maar zij wilden niet dat ik op enige manier belemmerd zou worden. Iets waar ik overigens erg dankbaar voor ben. Ook directe collega's denken er meer over na. Alhoewel het onbewust ook wel eens mis gaat. Zo hadden we gisteren een feestje ter ere van een jubileum van een van mijn collega's. Daar was in Almelo een zaaltje voor gehuurd met een drankje en een hapje. Vlak daarvoor had ik een gesprek gehad waarin mijn toekomst werd besproken (deze ziet er overigens goed uit door inspanningen van mijn direct leidinggevenden). We komen gezamenlijk aan bij het betreffende cafe en wat blijkt. Het gehuurde zaaltje bevind zich op de bovenverdieping achter een steile trap zonder lift. Ik kan gelukkig nog behoorlijk uit de voeten en ben uiteindelijk (met enige pijn en moeite) boven gekomen. Later bleef de regelaar zich verontschuldigen voor het feit dat ze niet had gecontroleerd waar de zaal zich precies bevond. Ergens had ik waarschijnlijk meer medelijden met haar dan zij met mij. Zij voelde zich schuldig ten opzichte van mij, terwijl ik begrijp dat er natuurlijk geen opzet in het spel was. Meedenken is vaak al voldoende.

Maar om terug te komen op het onderwerp parkeren. Ondanks dat ik niet altijd heb meegevoeld met gehandicapten was in niet zo onbeschoft om mijn auto te parkeren op een invaliden parkeerplaats. Ok de boetes zijn daar een stuk hoger dan regulier foutparkeren, maar ik kon me ook toen al voorstellen dat deze plekken er niet zomaar zijn.
En inderdaad, ik merk dat ook ik deze plekken veelvuldig gebruik. Over het algemeen is een invaliden parkeerplek dichtbij winkels of openbare gelegenheden. Daarnaast kan ik met mijn kaart daar vaak gratis, of tegen een lager tarief, parkeren. Daarnaast zijn deze plaatsen vaak wat breder dan reguliere parkeerplaatsen. Behalve bij het hoofdkantoor van mijn werkgever in Deventer. Hier is de parkeerplaats voor invaliden (1 in totaal, op een personeelsbestand van ruim 1100 werknemers) het smalste plekje op de parkeerplaats. Vaak is deze ook nog bezet door collega's die anders hun auto verder weg moeten zetten, maar dat terzijde. Deze breedte heb ik nodig om goed in en uit de auto te kunnen stappen en is dus niet gemaakt omdat gehandicapten niet kunnen inparkeren!

Nu maak ik het vaak zat mee dat de plekken bezet zijn door mensen die geen handicap hebben. Tenminste als onbeschoftheid intussen niet als handicap aangemerkt wordt. Even snel een boodschap halen is ook geen handicap. Daar zit hem juist de kneep. Ik kan niet even snel een boodschap halen. Wanneer ik daarvoor ook nog eens met moeite uit mijn auto kan komen, op een normale smalle parkeerplek, duurt die snelle boodschap alleen maar langer. Ik spreek mensen tegenwoordig ook gewoon aan. Dit zelfde gebeurde met een collega die bij me in de auto zat. Hij keek me enigszins verbaasd aan en vroeg zich hardop af of ik inmiddels bij parkeerbeheer was aangenomen. En natuurlijk werkt het ook zo. Mensen worden niet graag aangesproken. Je moet daar erg mee oppassen en kunt er behoorlijk mee de mist in gaan. Maar wanneer iemand duidelijk geen kaart heeft en toch aanspraak wil maken op een aangepaste parkeerplek, krijgen ze van mij standaard de volgende opmerking. "Neem je volgende keer ook mijn handicap? Mijn parkeerplek heb je namelijk al!" De reacties verschillen, maar meestal stamelen ze een soort van sorry en vertrekken. Sommigen blijven echter staan en reageren niet. Die zouden ook een eigen parkeerplek en parkeerkaart moeten krijgen. Zo een met hekken eromheen, waar ze niet meer uit vandaan komen. Deze groep zou ik graag met mijn auto blokkeren en dan rustig mijn boodschappen gaan doen. Maar hier heb ik het lef nog niet voor. Misschien als het op een dag meerdere keren gebeurd, dat ik er wel toe in staat ben.

Andersom werkt het ook. Mensen die mij in de auto zien zitten, verwachten geen gehandicapte te zien. Ik kwijl niet overmatig achter het stuur, ik praat verstaanbaar en heb vaak een horde kinderen bij me. Waarschijnlijk zijn dat geen tekenen van invaliditeit. Dus kijken mensen vreemd en maken ze opmerkingen wanneer ik een aangepast parkeerplek op rij. Ik zwaai dan vaak een keer met de kaart of stap in mijn rolstoel, waardoor mensen begrijpen hoe het zit. Af en toe vraag ik of ik er niet gehandicapt genoeg uit zie.

Moraal van het verhaal is volgens mij, heb resprect voor elkaar ook in het verkeer. Er zijn voldoende mensen die, eenmaal in de auto, veranderen in volslagen idioten. Mijn hoop is dat ze tijdens het parkeren voldoende zijn uitgeraast om af en toe eens te proberen aan een ander te denken.

Groet
Martijn

vrijdag 17 februari 2012

Winkelen en ander leed

In een huishouden met alleen maar vrouwen (voor hen die me niet kennen, ik ben getrouwd en heb 3 dochters) is het winkelen een verhaal apart. Iedereen kent het beeld vanuit zijn of haar eigen woonplaats. Vrouw loopt met manlief de winkelstraat door. Hij met de tassen op een kleine afstand. Het plezier straalt letterlijk van hem af. In de winkel zitten ze op de bankjes, stoeltjes of krukjes te wachten totdat zo ongeveer de gehele collectie is gepast. Dat ze daarna zonder iets gekocht te hebben door mogen naar de volgende winkel lijkt ze zwaar te vallen. Vooral omdat menig man weet dat hij uiteindelijk alle winkels 2 keer ziet. De eerste keer alleen voor het passen van die gehele collectie en daarna om inderdaad mogelijk wat aan te schaffen.
Ik heb niet met deze mannen te doen. Soms denk ik, laat mij maar lekker door de stad slenteren en af en toe gaan zitten om te wachten totdat mijn dames zijn uitgepast. Niet helemaal eerlijk natuurlijk maar toch.

En dat brengt me op het volgende punt. Mannen van Nederland, probeer diezelfde tochten eens voor te stellen vanuit een rolstoel. Of beter nog, leen er ergens een (de thuiszorgwinkel kan vast helpen) en ervaar het eens. Al is het maar voor 1 dag. De keer daarop loop je fluitend achter je vrouw of dochter aan en maakt het niet uit hoeveel winkels je hoe vaak ziet. Ook het aantal tassen kan niet groot genoeg zijn (of zou dit alleen in mijn beleving zo werken).

Natuurlijk ga ik ook met mijn vrouw en kinderen de stad in. Kinderen groeien namelijk hard en kleding is een van die zaken die je ongeveer elke maand volledig moet vervangen. We hebben het natuurlijk geprobeerd met minder voeding (hielp niets) en er zijn afspraken gemaakt met de dames over de maximale groei-afstand per maand (maar natuurlijk houden ze zich hier niet aan). Er zijn een aantal winkels die bij elk bezoek aan de stad worden aangedaan. De grap is dat deze in elke stad hetzelfde zijn. Voor kleding is de H&M geschikt. Ook de HEMA staat standaard op het lijstje. En natuurlijk moet ook het Kruidvat bezocht worden (mijn kinderen laten per stuk 750 haarelastiekjes per week verdwijnen).

De lol begint vaak al bij het binnenkomen. De kinderen stuiven vooruit en moeders doet ongeveer hetzelfde. Daar zit je dan. In Hengelo waar wij wonen, kan ik de winkels in ieder geval binnen komen, dat is in andere steden wel eens anders. Je hoort een kinderstem van links komen met de vraag of je wilt komen kijken. "Natuurlijk, ik ben onderweg" roep ik dan terug. Maar voordat ik een van de kinderen heb kunnen bereiken, zitten zij al lang en breed in een andere winkel. Dat komt bij de H&M omdat de rijen met kleding zo verschrikkelijk dicht op elkaar staan, dat je als rolstoeler alleen het hoofdpad kunt volgen. Tenminste als er geen personeel bezig is om de rekken te vullen. Dan wordt namelijk alles geblokkeerd. Volgens mij werd er tegen Roodkapje al gezegd dat ze op het pad moest blijven, dat geldt ook voor rolstoelers bij de H&M.

Dan de HEMA. Prima winkel, kinderkleding is goed en niet al te duur. Maar de HEMA heeft een systeem waarbij ze zooi in de opruiming gooien. Videobanden van sterrenslag 1983 en dat soort zaken. Niemand heeft er iets aan, maar de metalen bakken staan er wel. En die staan zo opgesteld dat je moet slalommen tussen deze bakken en de structuur van het pand. Dat je daarbij eigenlijk niet zo goed tussen de rijen met producten door kunt, is bijzaak. Wederom staan mijn vrouw en kinderen buiten, voordat ik bij de kinderkleding ben terecht gekomen.

Inmiddels zijn zij aanbeland bij het Kruidvat. En wat daar is misgegaan is me een raadsel. Het personeel is onvriendelijk (op z'n zachtst gezegd) en blijft lekker staan terwijl jij probeert je tussen dozen en stellingen door te wurmen. En probeer niets te verplaatsen, je waarschijnlijk mee naar de achterzijde van de winkel gesleurd, alwaar je een nekschot krijgt. En daarna verdwijn in je in zo'n smoezelige lade van de Fotoservice. Nee het moge duidelijk zijn dat winkelen bij het Kruidvat niet mijn favoriete bezigheid is. Het mooie van deze winkel vind ik toch wel dat ze geen odnerscheid maken tussen een rolstoeler of een loper. Iedereen krijgt de zelfde (speciaal voor Kruidvat uitgedachte) behandeling.

Nu denk je misschien goh, zo heb ik het nooit bekeken. Dat zal ik je niet kwalijk nemen. Ik zelf heb het waarschijnlijk ook nooit gezien voordat ik in de stoel terecht kwam. Maar het kan nog meer frustratie opleveren. Af en toe heb ik zelf ook nieuwe kleding nodig. Dat probeer ik tot een minimum te beperken. Dat doe ik om de kosten te drukken, maar vooral omdat het zo goed als onmogelijk is om als man in een rolstoel kleding te kopen. Ik zal het uitleggen.

In Hengelo hebben we een aantal winkels waar mannen kleding kunnen kopen. Zo hebben we bijvoorbeeld de WE en de Sting. Beide prima winkels, maar niet voor mij weggelegd. Zoals ik al eerder schreef is het voor sommigen moeilijk om met rolstoelers om te gaan. Deze winkels hebben hier echter een sport van gemaakt. Om ruimte te winnen hebben dit soort winkels 2 verdiepingen. Hoogbouw is nou eenmaal voordeliger voor de ondernemer. Alleen de herenkleding is dan altijd op de bovenste verdieping. En natuurlijk is ier in dit soort panden geen lift. Daar kun je trouwens wel naar vragen, antwoord krijg je toch niet. Meestal krijgt mijn vrouw dan te horen dat er alleen een goederen lift is. Dus vaak gaat zij naar boven om te kijken of er iets van mijn gading te vinden is. Maar aangezien ik net als de rest van mijn gezin, niet snel tevreden ben, geven we deze methode vaak na een aantal artikelen op. We willen niet dat ook zij in een rolstoel terecht komt door overbelasting na teveel traplopen.
Natuurlijk kan ik het hier ook nog hebben over de winkels waar de kleding wel op de begane grond blijft, maar waar de pashokjes zelfs voor mijn kinderen te klein zijn. Dit doe ik echter niet.

En zie je me weer eens in dezelfde trui lopen. Bedenk dan dat ik wel zou willen, maar het niet kan. En natuurlijk wordt de boel met grote regelmaat gewassen.

Groet
Martijn

vrijdag 10 februari 2012

complottheorie

Ik ben gek op complottheorieën. Nou ja, in films dan. De Bourne trilogie en tal van andere films zitten vol met dit soort theorieën. Ook boeken staan er vol van. Erg leuk om te lezen. Puur vermaak, met misschien een kern van waarheid. Daarnaast is het leuk om zelf allerlei theorieën te bedenken, het kan namelijk niet gek genoeg. Op de werkplek heb ik gemerkt dat mijn collega's en ik daar erg goed in zijn geworden. Criminaliteit is een groot gedeelte van ons werk en daar horen natuurlijk grote verhalen bij.

Aan de andere kant heb je dan mensen die daadwerkelijk geloven in deze complottheorieën. Zo kan ik me nog goed de Bijlmerramp voor de geest halen. De mannen in witte pakken die onderzoek verrichten, werden door sommigen omschreven als spionnen voor de Mossad. De moord op Fortuin was door de inlichtingendienst opgezet en zo zijn er meerdere te noemen. Wat verder van huis is 9-11 natuurlijk voer voor verschillende complottheorieën. Mensen wantrouwen het systeem en de verhalen worden steeds vreemder. Marilyn Monroe is vermoord door de Amerikaanse regering en Paul McCartney is al sinds 1966 dood. Vreemd trouwens dat juist zijn dubbelganger gisteren een ster op de walk of fame heeft gekregen. Natuurlijk stuk voor stuk verschrikkelijke gebeurtenissen (McCartney even buiten beschouwing gelaten), maar bij mij roept het vooral medelijden op. Medelijden met de mensen die van nature zo wantrouwend zijn dat ze er allerlei aparte ideeën op na houden.

En nu ben ik aan de beurt. Ik ben slachtoffer geworden en heb een eigen complottheorie ontwikkeld. Al jaren ben ik van ziekenhuis naar ziekenhuis gerend. Geen specialist weet wat er met me aan de hand is. Nu ben ik al een tijd bezig om mijn eigen dossier op te vragen, zodat ik hiermee een aantal zaken kan regelen. Opvragen zou je zeggen moet in Nederland geen probleem zijn. En nee, een telefoontje, gevolgd door een e-mail (en dan nog een met een kopie van je ID bewijs), zou voldoende moeten zijn. Het probleem in Hengelo was, dat ik naar het centrale archief in Almelo?? moest. Hier kreeg ik alles mee, tegen een geringen vergoeding uiteraard. Ook in Nijmegen heb ik bij 2 verschillende ziekenhuizen van alles opgevraagd. De huisarts heb ik gebeld voor de terugkoppeling van de verschillende specialisten.
En nu komt het...de boel is niet compleet. Er missen onderdelen uit het dossier. Doorverwijzingen zijn niet aanwezig en terugkoppelingen van andere specialisten zijn nooit gerapporteerd. Ook de huisarts krijgt maar heel sporadisch berichten terug over de bij mij uitgevoerde behandelingen. Eigenlijk heeft hij alleen een compleet dossier van de fysiotherapeut (nou ja compleet, ik ben ooit van huisarts veranderd en dat dossier is nog steeds niet goed overgedragen).
Volgens mij ben ik eruit. Mijn complottheorie is de volgende. De regering moet bezuinigen. De aanvragen die ik doe hebben allemaal te maken met zorg en sociale voorzieningen. Wanneer een specialist een aandoening omschrijft en in de systemen wegschrijft, gaat de waakhond van de regering de boel uitpluizen. Zij slaan aan bij bepaalde termen. Vergelijk het maar met de jongere die kortgeleden werd opgepakt omdat hij op twitter had geschreven dat hij zijn school zou gaan opblazen. Daarna wordt dat gedeelte van het dossier verwijderd, zodat het aanvragen van een voorziening een stuk moeilijker wordt. Dat scheelt geld en gezien het huidige bezuinigingsklimaat is dat mooi meegenomen. Waarschijnlijk wordt dit bericht ook gescreend en zullen jullie het nooit lezen. Of in een aangepaste versie. Waarschijnlijk zit ik nu in een isoleercel met een witte jas met te lange mouwen (die op de rug zijn samengeknoopt) volledig gedrogeerd met mijn hoofd tegen de muur te bonken. Of erger nog....

Of ben ik nou een van die achterdochtige mensen....

Groet
Martijn

dinsdag 7 februari 2012

Don Quichot

Don Quichot, of eigenlijk Quichotte, roept bij iedereen wel beelden op. De ridder, die eigenlijk helemaal geen ridder was, vocht tegen windmolens. Dit alles met zijn trouwe metgezel Sancho Panza. Als kind heb ik het boek gelezen en altijd heeft het me geintrigeerd. De bedoeling en betekenis waren me toen niet duidelijk.
Uit de spullen die mijn oma naliet, heb ik wederom Don Quichotte meegenomen. Een prachtige oude versie met erg mooie platen. Waarom was me toen niet bekend, maar lijkt meer en meer duidelijk te worden.

Wanneer je Wikipedia opent en zoekt op Don Quichotte, kun je veel over de bedoeling van het boek en dergelijke te weten komen. Grappig, maar ook eng als je beseft dat je op Don Quichot bent gaan lijken. Ook ik mag graag vechten tegen windmolens. Welliswaar lijkt de gemeente Hengelo niet op een windmolen, maar het idee is duidelijk. Ook bij mij is er sprake van de geest wil wel, maar het lichaam kan niet meer. Mijn paard is van de moderne soort. Je weet wel, met wielen en vervaardigd uit hoogwaardig aluminium. En ook op mijn tocht trekt Sancho Panza met me mee. Mijn Sancho is ook nuchter en eerlijk. Houdt mij bij de tijd en zorgt ervoor dat me maar weinig overkomt. Natuurlijk laat Sancho zich meevoeren op de gekte van Don Quichot, maar wel met een zekere afstandelijkheid. Nuchter en voorzichtig, zo wordt Sancho omschreven. Zo ook die van mij. Waarvoor overigens dank.


Don Quichot en zijn daden zijn in het dagelijkse taalgebruik terechtgekomen met onder meer deze uitdrukkingen:

1. een klap/slag van de molen gehad hebben — in de war zijn, gek zijn;
In mijn geval niet onduidelijk. Ik loop al maanden bij een psycholoog en zal dit nog wel even blijven doen. Van de andere kant.... Gek wordt je niet zomaar, daar moet je aanleg voor hebben.

2. tegen windmolens vechten — een denkbeeldig gevaar bestrijden, of ook: proberen te veranderen wat niet te veranderen is;
Waar ik zojuist als voorbeeld de gemeente noemde, zijn er natuurlijk zat anderen. Zo is het UWV, de WMO, Alle door mij bezochte specialisten en ziekenhuizen en ga zo maar door. En toch blijven we proberen de boel te veranderen.

3. een Don Quichot — iemand die een hopeloze strijd levert, of iemand die nutteloze doelen nastreeft;
Toch ook op mij van toepassing. Jaren lang heb ik geprobeerd terug te komen op het niveau van voor het ongeluk. Volledig onhaalbaar zoals nu blijkt, maar erg moeilijk los te laten.

En zo hobbelen we als Don Quichot en Sancho Panza door onze levens. Tja, het zorgt er in ieder geval voor dat je nooit stil zit.

Groet
Martijn

vrijdag 3 februari 2012

Weerbericht

Ik ben nooit een fan geweest van het weerbericht. Waar anderen de hele dag buienradar "checken", kijk ik wel gewoon naar buiten. Ik zie dan vanzelf of de zon schijnt, of het bewolkt is of dat het misschien een beetje waait.
Onweer is ook nooit een probleem. Mijn dochters zijn hier op zijn zachtst gezegd nogal van onder de indruk, dus een onweersbui missen is volkomen onmogelijk. Let wel, dit is niet alleen gedurende de dag, maar vooral ook gedurende de nacht. Dan ligt het bed ineens vol met kinderen die de blauwe lichtflitsen eng vinden, maar stiekem toch ook wel een beetje spannend. Slapen lukt niet eerder dan wanneer de storm volledig over is. De kleinste rommeling in de verte is genoeg voor de dames om aan te nemen dat de storm "nog lang niet over is".

De laatste jaren is hier echter verandering in gekomen. Sinds ik de rolstoel gebruik blijkt het weer ineens ook voor mij belangrijk. Ik volg nu zelfs Paulus Pietsma om te kijken of het niet gaat regenen. Een beetje gedruppel is niet zo'n probleem, maar een flinke bui kan een stoel toch grondig doorweken.
Zo heb ik Kris eens opgehaald van een feestje bij een vriendinnetje. Ik stap in mijn stoel, met een aangekoppelde handbike. (Voor hen die het niet kennen bekijk de foto hieronder maar).
Dat ziet er snel uit, maar dat valt tegen. Gezien het feit dat je armen ongeveer een derde van de kracht van je benen hebben, kost het wat extra moeite om hard te gaan. Maar toch, Kris op schoot en snel terug naar huis. Een hoosbui barst los. Weinig aan de hand. Wanneer je vooruit gaat, wordt de bekleding van je stoel niet nat. Toen we echter thuis kwamen, was er niemand die de deur kon open doen. Mijn vrouw had besloten dat het toch wel zielig was om ons door de regen te laten rijden en zou me wel even oppikken onderweg. Dat ik al terug was wist ze niet. Na een kwartier kwam ze de straat inrijden. Kris, ik en mijn stoel waren nat tot op het bot. De bekleding heeft 2 dagen moeten drogen. Lief natuurlijk, maar licht onhandig.

Maar om terug te komen op het weerbericht. Vanmorgen viel de krant op de mat. Er werd een waarschuwing gegeven in verband met hevige sneeuwval. En als er iets is waar je als rolstoeler niet doorheen komt, is het wel sneeuw. Een klein laagje wil wel, maar wanneer je hoepels zich volzetten met sneeuw en je voorwielen zich ingraven, is van vooruitgang geen sprake meer. Afgelopen jaar heb ik daarom veel binnen gezeten in de winter. Ik kan nog aardig lopen en staan, maar met sneeuw is ook dat een hele beproeving. Hoe blij was ik dan ook vanmiddag toen de "sneeuwstorm" stopte en wederom bleek dat Nederlanders extreem goed zijn in overdrijven. Er ligt een laagje van nog geen halve centimeter en ik kan nog rustig rollend mijn dingen doen. Ik hoef niet op zoek naar een sneeuwschuiver voor op de voorkant van de stoel of sneeuwkettingen of spikes op de banden. Hoe leuk sneeuw ook is voor het aanzien van Nederland en hoe geweldig de kinderen het ook vinden, sla dit jaar maar over. Hopelijk is er dan volgend jaar inmiddels een uitvinding gedaan waarmee wij wel de sneeuw door kunnen.

Groet
Martijn