vrijdag 9 maart 2012

Een mond vol tanden

Ik ben niet erg groot. Sterker, met nog géén 1 meter 70 zelfs wat aan de kleine kant. En het feit dat ik nu in een rolstoel zit, maakt dat er zeker niet beter op. Ik ben waarschijnlijk 40 tot 50 cm korter dan voorheen. Ik ben niet bijzonder sterk en ook nooit geweest. Natuurlijk breek ik niet bij het eerste het beste tikje, maar vechten is niet mijn natuur. Ook vluchten niet. De snelheid is de afgelopen jaren flink afgenomen. Dus mijn grote mond en het daarbij voor mij kenmerkende sarcasme is me altijd goed van pas gekomen. Wanneer iemand een geintje met me uithaalt, dan heb ik wel een antwoord klaar. Ik heb een redelijk sterke eigen mening, die ik niet onder (rol-)stoelen of banken steek. Ik sta dus niet snel met mijn mond vol tanden.

Ook in mijn werk, komt mijn mond aardig van pas. Werkend binnen de verslavingszorg, met niet de makkelijkste doelgroep, kan ik me prima staande houden. Ik heb tot op heden maar weinig problemen meegemaakt. Ik red het vaak wel met mijn mond. Maar af en toe sta ik zelfs met mijn mond vol tanden.

Dat dit gebeurd vind ik in principe niet erg. Ik laat niet over me heen lopen, maar er zijn me de laatste tijd een aantal zaken gebeurd waarbij die mond vol tanden voorkwam. Achteraf kon ik dan pas een reactie bedenken en zo steek ik nu eenmaal niet in elkaar.

Een van de oorzaken is de gemeente Hengelo. De WMO aldaar is, niet alleen voor mij, een bron van frustraties en ergernissen. Je stelt een redelijke vraag. Na 6 weken krijg je antwoord. Dat antwoord is standaard dat ze de redelijke termijn van 6 weken gaan overschrijden en dat ze de extra termijn van nog eens 6 weken gaan gebruiken. Dat deze extra termijn alleen in uitzonderlijke gevallen mag worden gebruikt, moet je dan waarschijnlijk een goed gevoel geven. Jij bent op dat moment iets speciaals en dat willen ze goed laten merken. Je vraag wordt zo zorgvuldig mogelijk afgewogen en vervolgens... standaard met NEE beantwoord.
Na het, inmiddels overbekende bezwaarschrift, kwam de WMO consulent tot de conclusie dat ik zonder hulp de trap niet meer op kan. Een traplift blijkt onmogelijk (ik heb een offerte liggen voor een traplift en dit blijkt wel degelijk mogelijk, maar is waarschijnlijk te duur) dus ik krijg extra leuningen rondom de trap. Hiervoor mag een aannemer een offerte komen maken. Deze komt en oordeelt dat dit een oplossing van niets is, die niet eens te realiseren is. De WMO heeft ook een bouwtechnisch ingenieur. De beste man komt, kijkt en heeft een oordeel in 5 minuten.
Je moet weten dat mijn huis ongeveer 100 jaar oud is. Mijn trap is van iets later datum, maar toch oud te noemen. Hij deelt mij mee dat de hele aanvraag komt te vervallen omdat mijn trap niet aan de huidige maatvoeringen voldoet. De trap is in zijn ogen "levensgevaarlijk". Einde verhaal en een mond vol tanden.

Helaas maak ik op mijn werk soortgelijke situaties mee. Ik werk voor een grote organisatie. Met verschillende ondersteunende diensten en afdelingen. Mijn handicap zorgt voor verschillende problemen. Maar, zo zegt de personeelfunctionaris, het UWV heeft geld zat voor allerlei aanpassingen en die zal ik met je gaan aanvragen. Eerste afspraak bij een bedrijfsarts en er moet een nieuwe rolstoel komen, aanpassingen in het pand en aanpassingen aan mijn bedrijfsauto.
Om een lang verhaal kort te maken, ik vraag uiteindelijk alles zelf aan. Met veel moeite krijg ik een aantal zaken voor elkaar. De aanpassingen in de auto lukken, evenals een rolstoel. De aanpassingen in het pand zijn 3 jaar later nog steeds niet in z'n geheel doorgevoerd. Voor auto aanpassingen moet ik natuurlijk bij de afdeling facilitair zijn. Eigenlijk vreemd dat ík deze aanpassingen daar moet doorgeven. Mijn direct leidinggevende krijgt daarop van hen echter een telefoontje met de vraag of dit wel echt nodig is. Wederom... een mond vol tanden.

Dat is misschien nog weg te schrijven onder de noemer communicatieproblemen. Inmiddels ben ik zover dat duidelijk is geworden dat ik nooit meer volledig aan het werk zal kunnen. Door veel lichamelijke pijn en vermoeidheid is hele dagen werken, helaas een gepasseerd station. Nu moet ik dus noodgedwongen de wetgeving rond de WIA induiken. Geen idee wie dit heeft bedacht, maar een onoverzichtelijk geheel is het wel. Ik heb er toch mee te maken, dus werd de vraag bij de personeelsfucntionaris neergelegd. Doel is dat zij mij meeneemt door de hele WIA aanvraag. Hier zijn afspraken over gemaakt en komende woensdag mag ik opnieuw met de bedrijfsarts om tafel. De bedoeling was om mogelijk verkort de WIA aan te vragen.
Er was geen contact te krijgen met de personeelsfunctionaris en nog steeds had ik geen duidelijkheid over de WIA en de gevolgen daarvan. Na grote inspanningen hoger in de pikorde binnen de organisatie heb ik haar vandaag eindelijk te pakken gehad. Een verkorte WIA aanvraag lijkt onmogelijk. Haar woorden waren letterlijk "dan moet je er wel heel erg aan toe zijn". Ik heb maar niet gevraagd of ze van mijn specifieke situatie op de hoogte is. Of ik nog vragen had....een mond vol tanden.

Volgens mij vraag ik geen bijzondere dingen. Ik wil graag werken. Fulltime lukt niet meer. Ik zou wel willen, maar het zit er niet meer in. Het enige wat ik graag zou willen is duidelijkheid. Daarvoor zijn er allerlei ondersteunende diensten in het leven geroepen. De grap is dat de ondersteuning die ik krijg, eigenlijk altijd van anderen komt. Zelfs mijn krukken bieden meer ondersteuning, maar daar zijn ze dan ook voor bedoeld. En ondersteunende diensten natuurlijk niet...of toch wel? Geen idee eigenlijk... mond vol tanden.

Groet
Martijn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten