donderdag 26 januari 2012

Help, een gehandicapte!

Als gehandicapte (en in mijn geval als rolstoeler) maak je de vreemdste reacties van mensen mee. Natuurlijk gaan de mensen die dicht bij me staan op een "normale" manier met me om. Ook collega's weten hoe het werkt. Nu ben ik iemand die zelf altijd de hardste grappen maakt over mijn handicap, al is het maar om het ijs te breken.
Toch zijn de mensen die mij niet kennen grofweg in 3 groepen te verdelen.
1. De "och wat zielig" groep.
2. De "oh wat eng" groep.
3. De "ze willen toch alles zelf doen" groep.

De eerste groep is makkelijk. Iedereen voelt wel wat bij het zien van een gehandicapte. Waarschijnlijk is een van de eerste gedachten "Ik ben blij dat hij het heeft en niet ik". Een logische reactie. Waarschijnlijk schaamt groep 1 zich zo voor deze gedachten dat direct een reactie in werking treed. Zo proberen ze met alle mogelijke moeite je handicap niet te benoemen. Wel willen ze je overal mee helpen. Zo had ik een tijdje geleden een bbq met mensen met wie ik in het verleden veel heb gewerkt. Nu waren de partners daar ook bij. Erg gezellig totdat het daadwerkelijke eten begon. Ik zette een bordje op schoot, afgeladen met vlees en brood. Ik had alleen nog wat saus nodig om de boel mee weg te krijgen. Vervolgens vraag ik aan een van de partners of zij me de saus wil doorgeven. Hierop wordt een aantal keer geslikt. Vervolgens vraagt ze me of ze mijn bord even moet vasthouden, waarop ik haar verzeker dat dit niet nodig is. Lopen gaat moeizaam, eten kan ik nog prima. Vervolgens wilde ze de saus voor me op mijn bord deponeren. Ik ben de kwaadste niet en houd haar mijn bord voor. De vraag die ik daarna echter kreeg, stel ik mijn dochter van 8 al niet eens meer. "Zal ik je vlees even snijden?" Ik dacht dat ik ter plekke zou stikken van verontwaardiging. Maar goed je slikt wat weg (je wilt natuurlijk wel genieten van je maaltijd) en gaat door.
Een ander voorbeeld kom ik vaker tegen. Mensen die plaats voor je gaan maken, en dat ook luid verkondigen, terwijl ter plekke een vooroorlogs vliegdekschip kan keren. Totaal overbodig en wachten gaat me goed af. Ik zit tenslotte toch al.

De tweede groep is al wat moeilijker. In een winkel vragen of iemand iets voor je wil pakken waar je zelf niet bij kan, levert wel steevast dezelfde reactie op. Mensen kijken je aan alsof ze voor het eerst iemand in een stoel met wielen zien zitten. Je ziet ze denken "Waar is zijn begeleider?" Vervolgens wordt je genegeerd en rennen ze weg. Dit zijn ook de mensen die liever een blokje omlopen dan te dicht langs je heen te gaan. Alsof je ineens gaat kwijlen als ze dichter dan een meter naderen. Bij deze groep heb ik altijd de neiging om te roepen of ze nog nooit een gehandicapte hebben gezien. Ook dit doe je niet, je verbijt je frustratie en pleurt vervolgens alles op internet!
Ook leuk zijn mensen die je niet meer rechtstreeks aanspreken omdat ze bang zijn je te kwetsen. Dit zijn vaak mensen die je een beetje kent. Vooral leuk als je met je vrouw op stap bent. "Hoe is het nou met hem." Meestal ga ik maar wat tweets lezen op de Iphone of zoiets. Daarnaast kom ik bijvoorbeeld al jaren in dezelfde bajes voor mijn werk. Iedere week rol ik daar binnen. Nu is er een pasjessysteem waardoor ze me niet hoeven aan te spreken. Echter dit ligt eruit momenteel. Ik was binnen met een collega en we wilden terug naar Almelo. Hij moet dan zijn bezoekerspas inleveren. Ik heb deze dus niet nodig, maar de portier had dit niet door. Aan mijn collega wordt gevraagd of "hij" geen pasje heeft. Bedenk zelf maar wat je ervan vindt. Neem daarbij wel in acht dat ik al bijna 7 jaar minimaal 2 keer per maand in die gevangenis te vinden ben.

De derde groep is de meest irritante. Die hebben het vaste geloof dat een gehandicapte niet geholpen wil worden en juist alles zelf wil ondervinden. Nu hoor ik die verhalen ook wel. Sterker nog ik ben ooit zelf eens door een blinde man weggestuurd nadat ik hem wilde behoeden voor een val van 5 meter nadat station Hengelo weer eens helemaal open lag.
Deze groep gooit de deur voor je neus dicht, dat kun je immers zelf wel. Het enige wat ze daarbij volledig uit het oog verliezen is de normale omgang tussen mensen. Ik houd overal deuren open, laat mensen oversteken in het verkeer en ben beleefd tegen onbekenden. Dit is een eigenschap die ik waarschijnlijk ontwikkelt heb in mijn jaren voor de handicap. Ik hoop dan ook altijd op die manier zelf behandeld te worden. Dat was tot op het moment van de rolstoel ook geen probleem. Volgens mij is het heel makkelijk op te lossen. Zie een gehandicapte niet langer als loslopend onbegeleid wild en behandel hen zoals je zelf ook wilt worden behandeld. Wees niet te bang om me voor het hoofd te stoten. Ik zit zo laag, dat het meeste er toch overheen gaat.

Groet
Martijn

2 opmerkingen:

  1. Zó herkenbaar :p een hele tijd terug tijdens het aanvragen van een liftpas (ik ben in het bezit van een knalpaarse, op mij aangepaste quickie argon vanwege het ehlers danlos syndroom) kreeg ik de legendarische vraag wanneer de chronische bindweefselaandoening over zou zijn. Waargebeurd.

    Ook babystemmetjes van mensen die niet begrijpen dat ik toch echt op het hbo zit en het Saxion gebouw zeer zeker wel in kom zijn me niet vreemd.

    En ook een vreemde: gelukkig ben je een knappe vrouw en heb je je gezichtje mee. Het was vast lief bedoeld maar ik begrijp 'm nog steeds niet...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oh, en ik heb zélfs weleens moeten uitleggen aan de schooldirecteur van mijn oudste dat ik niet terminaal maar chronisch ziek ben. De directeur was helemaal bleek en erg geschrokken. Iemand had zich vergist in het doorgeven van info. Juist.

    BeantwoordenVerwijderen